Buitenplaats Jagtlust
Beschrijving
Jagtlust is een landgoed van ongeveer 40 ha, gelegen aan weerszijden van de Leeuwenlaan te 's-Graveland. Op de plaats waar nu het hoofdgebouw staat, stond oorspronkelijk een hofstede.
Sinds het einde van de negentiende eeuw, toen het hoofdhuis zijn huidige verschijningsvorm kreeg, hebben zich geen structurele veranderingen voorgedaan op het landgoed. Het is een van de weinige landgoederen in Nederland die lange tijd nog door particulieren werd bewoond en op een manier werd beheerd, zoals dat tot aan de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk was voor dergelijke landgoederen.
Het landgoed omvat, naast het hoofdgebouw met enkele bijgebouwen, een park met theekoepel, kinderspeelhuisje en duiventoren; een grote ommuurde moestuin met een oude schuur; bos, weilanden, houtwallen, lanen, waterpartijen, een boerderij, een aantal huizen en een pand met een viertal voormalige daglonerswoningen, dat op 's Rijks Monumentenlijst is geplaatst
Binnen de reeks van landgoederen en buitens te 's-Graveland neemt Jagtlust een bijzondere positie in omdat het, hoewel grotendeels ingebed in de structuur van het landgoederen-landschap van 's-Graveland, gelegen is op de overgang van dit landschapstype naar het de zandlandschap.
Ruimtelijke structuur
De ruimtelijke structuur van het landgoed is dan ook tweeledig:
Historie
Jagtlust is ontstaan uit een hofstede met bijbehorend land. In 1669 komt het in de stukken voor als Groot Jan . Deze hofstede bevond zich iets ten zuiden van de Leeuwenlaan en iets ten oosten van de scheiwel, die 's-Graveland beschermde tegen de Erfgooiers, die 's-Graveland ongunstig gezind waren. Deze hofstede lag dus buiten de grens van de toenmalige gemeente 's-Graveland.
In de achttiende eeuw is de hofstede dertig jaar het eigendom geweest van de gebroeders Craegh, die middels een erfenis in 1738 al in het bezit waren gekomen van de aangrenzende hofstede Heilust . In 1771 verkochten de erfgenamen van een van de broers de hofstede aan de eigenaar van het aangrenzende Schoonoord. Het had toen de naam "De Laatste Stuyver" en waarschijnlijk deed het dienst als herberg . Drie jaar later (1774) werd de plaats weer verkocht aan Gerrit Corver Hooft, de latere eigenaar van Gooilust.
In 1782, toen Hooft de herberg annex hofstede verkocht aan Martinus Alewijn, droeg deze plaats de naam "Rojaal”. Hij hield de hofstede tien jaar in zijn bezit en deed deze over aan Hendrik Otto Arntzenius. Hij heeft niet lang van zijn bezit mogen genieten,
maar er wel veel aan laten vertimmeren.
De buitenplaats werd daarna gekocht door Helena Hodshon, zuster van de eigenaar van Schoonoord. In 1803, zeven jaar na aankoop, verkocht Helena Hodshon Jagtlust aan Pieter Rendorp, die het in hetzelfde jaar met verlies doorverkocht aan Adriaan Cornelis van Haeften.
In 1820 wordt Teunis Helmich Backer de eigenaar. Hij breidde het op het Trompenveld gelegen terrein van de hofstede uit met een perceel weiland, van de voormalige gewezen hofstede Heilust. Sindsdien heeft Jachtlust ook een terrein in de 's-Gravelandsepolder.
In 1861 wordt Jaghtlust verkocht aan Jan Pieter Six en in 1891 geërfd door diens zoon Willem Six
Jagtlust is een landgoed van ongeveer 40 ha, gelegen aan weerszijden van de Leeuwenlaan te 's-Graveland. Op de plaats waar nu het hoofdgebouw staat, stond oorspronkelijk een hofstede.
Sinds het einde van de negentiende eeuw, toen het hoofdhuis zijn huidige verschijningsvorm kreeg, hebben zich geen structurele veranderingen voorgedaan op het landgoed. Het is een van de weinige landgoederen in Nederland die lange tijd nog door particulieren werd bewoond en op een manier werd beheerd, zoals dat tot aan de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk was voor dergelijke landgoederen.
Het landgoed omvat, naast het hoofdgebouw met enkele bijgebouwen, een park met theekoepel, kinderspeelhuisje en duiventoren; een grote ommuurde moestuin met een oude schuur; bos, weilanden, houtwallen, lanen, waterpartijen, een boerderij, een aantal huizen en een pand met een viertal voormalige daglonerswoningen, dat op 's Rijks Monumentenlijst is geplaatst
Binnen de reeks van landgoederen en buitens te 's-Graveland neemt Jagtlust een bijzondere positie in omdat het, hoewel grotendeels ingebed in de structuur van het landgoederen-landschap van 's-Graveland, gelegen is op de overgang van dit landschapstype naar het de zandlandschap.
Ruimtelijke structuur
De ruimtelijke structuur van het landgoed is dan ook tweeledig:
- ten zuiden van de Leeuwenlaan wordt deze hoofdzakelijk bepaald door het achttiende eeuwse kavelpatroon en het daarmee samenhangende sloten- en padenpatroon, alsmede de daarbij behorende beplanting;
- ten noorden van de Leeuwenlaan is er sprake van een min of meer structuurbepalend lanenpatroon.
Historie
Jagtlust is ontstaan uit een hofstede met bijbehorend land. In 1669 komt het in de stukken voor als Groot Jan . Deze hofstede bevond zich iets ten zuiden van de Leeuwenlaan en iets ten oosten van de scheiwel, die 's-Graveland beschermde tegen de Erfgooiers, die 's-Graveland ongunstig gezind waren. Deze hofstede lag dus buiten de grens van de toenmalige gemeente 's-Graveland.
In de achttiende eeuw is de hofstede dertig jaar het eigendom geweest van de gebroeders Craegh, die middels een erfenis in 1738 al in het bezit waren gekomen van de aangrenzende hofstede Heilust . In 1771 verkochten de erfgenamen van een van de broers de hofstede aan de eigenaar van het aangrenzende Schoonoord. Het had toen de naam "De Laatste Stuyver" en waarschijnlijk deed het dienst als herberg . Drie jaar later (1774) werd de plaats weer verkocht aan Gerrit Corver Hooft, de latere eigenaar van Gooilust.
In 1782, toen Hooft de herberg annex hofstede verkocht aan Martinus Alewijn, droeg deze plaats de naam "Rojaal”. Hij hield de hofstede tien jaar in zijn bezit en deed deze over aan Hendrik Otto Arntzenius. Hij heeft niet lang van zijn bezit mogen genieten,
maar er wel veel aan laten vertimmeren.
De buitenplaats werd daarna gekocht door Helena Hodshon, zuster van de eigenaar van Schoonoord. In 1803, zeven jaar na aankoop, verkocht Helena Hodshon Jagtlust aan Pieter Rendorp, die het in hetzelfde jaar met verlies doorverkocht aan Adriaan Cornelis van Haeften.
In 1820 wordt Teunis Helmich Backer de eigenaar. Hij breidde het op het Trompenveld gelegen terrein van de hofstede uit met een perceel weiland, van de voormalige gewezen hofstede Heilust. Sindsdien heeft Jachtlust ook een terrein in de 's-Gravelandsepolder.
In 1861 wordt Jaghtlust verkocht aan Jan Pieter Six en in 1891 geërfd door diens zoon Willem Six
Onder Willem Six wordt de buitenplaats vergroot door 5 bunder te kopen die bij Trompenburgh hoorde. Het familiebezit werd beheerd door Willems broer Pieter Jacob Six (1895-1986). De twee jongste dochters van Jan Six woonden tot hun overlijden op Jagtlust In 1992 overleed de jongste zuster jkvr. Hieronyma Maria Antonia Fortunata Six (1905-1992).
Vanaf 1992 in eigendom van Pier Ebbinge. Vanaf dat jaar werd het huis, met uitzondering van de voormalige boerderij, gerestaureerd met behulp van architect Bob van Beek en de Franse decorateur Michel Biehn.
In 2006 heeft Natuurmonumenten het landgoed voor € 6.200.000 gekocht van de heer Pier Ebbinge, met steun van de provincie Noord-Holland, het Ministerie van Landbouw en twee anonieme begunstigers.
In 2008 werd het landgoed voor het publiek opengesteld en heeft het huis tot 2012 dienstgedaan als zorghotel.
Vanaf 1992 in eigendom van Pier Ebbinge. Vanaf dat jaar werd het huis, met uitzondering van de voormalige boerderij, gerestaureerd met behulp van architect Bob van Beek en de Franse decorateur Michel Biehn.
In 2006 heeft Natuurmonumenten het landgoed voor € 6.200.000 gekocht van de heer Pier Ebbinge, met steun van de provincie Noord-Holland, het Ministerie van Landbouw en twee anonieme begunstigers.
In 2008 werd het landgoed voor het publiek opengesteld en heeft het huis tot 2012 dienstgedaan als zorghotel.
Bewoners
1660 - Cornelis Tromp
1736 - Jan Gerritsz. Groot
1741 - Thomas, Nicolaas en François Creag
1771 – Jan Schoonhoven (eigenaar Schoonoord)
1774 - Gerrit Corver Hooft
1782- Matinus Alewijn
1792 - Hendrik Otto Amtzenius
1803 – Adriaan Cornelis van Haeften
1813- Laurentia Clara Elisabeth van Haeften erft Jagtlust van haar broer Adriaan Cornelis van Haeften. Jagtlust wordt beheerd door de zoon van Laurentia uit haar 1e huwelijk Adriaan Cornelis Fabricius , heer van Heukelum ( eigenaar van buitenplaats Zuid-Wolfsbergenin ‘s Graveland)
1820- Teunis Helmich Backer
1861 - Jan Pieter Six
1899 - Willem Six
1992 - Pier Ebbinge
2006 – Natuurmonumenten
Huidige doeleinden
Opengesteld
Bronverwijzing
1660 - Cornelis Tromp
1736 - Jan Gerritsz. Groot
1741 - Thomas, Nicolaas en François Creag
1771 – Jan Schoonhoven (eigenaar Schoonoord)
1774 - Gerrit Corver Hooft
1782- Matinus Alewijn
1792 - Hendrik Otto Amtzenius
1803 – Adriaan Cornelis van Haeften
1813- Laurentia Clara Elisabeth van Haeften erft Jagtlust van haar broer Adriaan Cornelis van Haeften. Jagtlust wordt beheerd door de zoon van Laurentia uit haar 1e huwelijk Adriaan Cornelis Fabricius , heer van Heukelum ( eigenaar van buitenplaats Zuid-Wolfsbergenin ‘s Graveland)
1820- Teunis Helmich Backer
1861 - Jan Pieter Six
1899 - Willem Six
1992 - Pier Ebbinge
2006 – Natuurmonumenten
Huidige doeleinden
- Kantoor
Opengesteld
- Het huis is niet toegankelijk
- Het landgoed is vrij toegankelijk
Bronverwijzing
- Noord-Hollands Arcadia – Christian Bertram
- www.tgooi.info
- Boek: Jagtlust te ’s-Graveland, Rijksdienst voor de monumenten zorg, Zeist 1988
- www.hk-kortenhoef.nl
- Wikipedia