Noordereinde 17
Adres : Noordereinde 17 , 1243 JG ’s-Graveland
Monument : Gemeente
Functie : Woonhuis
Bouwjaar : 18e eeuw
Het pand Noordereinde 17 bestond vermoedelijk al voor 1800. Het kadaster en het bevolkingsregister bestonden toen nog niet waardoor de exacte bouwtijd niet te achterhalen is. Het lijkt niettemin een laat 18e eeuws pand. Rond 1820 verwierf de familie Corver Hooft van Gooilust de eigendomsrechten van de grond. Zij werden erfpachtgevers.
Slachterij
Elias de Leeuw was de eerste Joodse eigenaar en de familie De Leeuw heeft het pand tot 1916 in bezit gehad. Eerst was er alleen een slachterij terwijl het vlees werd verkocht in hun eigen slagerij in het huis op Noordereinde 11 dat nu een karakteristieke trap met ijzeren leuning heeft (NB Niet Noordereinde 1).
Synagoge
Hijman Izak de Leeuw, die aan de Klapbrug woonde op Noordereinde 249, is in 1858 na ruzie met de Joodse gemeenschap in Hilversum in het pand Noordereinde 17 een huis-synagoge begonnen met een Joods schooltje. Het schooltje was gehuisvest aan de voorzijde van het pand; de synagoge was gevestigd in het achterhuis. Toen Hijman Izak de Leeuw in 1899 overleed, werd de synagoge gesloten omdat de meeste Joodse families waren verhuisd.
Details in de noordgevel verwijzen naar de tijd dat er een synagoge in het pand gevestigd was. Een beperkte periode heeft het pand dienst gedaan als synagoge. De Joodse gemeenschap die in de dorpen ’s-Graveland en Kortenhoef woonde, bestond toen uit ongeveer 20 tot 25 personen. Eind 19e eeuw ging de Joodse gemeenschap door natuurlijk verloop ter ziele.
Slagerij
Na de nodige verbouwingen werd het pand Noordereinde 17 uiteindelijk een slagerij met winkel met ernaast de slachterij. Eind 19e eeuw werd het karakteristieke houten snijwerk aangebracht met de kenmerkende ossekop. Tot de jaren tachtig van de vorige eeuw was de slagerij en slachterij in het pand gevestigd
Bron: Fecken, W.J. (1995). De Joodse gemeenschap in 's-Graveland en Kortenhoef 1730-1945.
Monument : Gemeente
Functie : Woonhuis
Bouwjaar : 18e eeuw
Het pand Noordereinde 17 bestond vermoedelijk al voor 1800. Het kadaster en het bevolkingsregister bestonden toen nog niet waardoor de exacte bouwtijd niet te achterhalen is. Het lijkt niettemin een laat 18e eeuws pand. Rond 1820 verwierf de familie Corver Hooft van Gooilust de eigendomsrechten van de grond. Zij werden erfpachtgevers.
Slachterij
Elias de Leeuw was de eerste Joodse eigenaar en de familie De Leeuw heeft het pand tot 1916 in bezit gehad. Eerst was er alleen een slachterij terwijl het vlees werd verkocht in hun eigen slagerij in het huis op Noordereinde 11 dat nu een karakteristieke trap met ijzeren leuning heeft (NB Niet Noordereinde 1).
Synagoge
Hijman Izak de Leeuw, die aan de Klapbrug woonde op Noordereinde 249, is in 1858 na ruzie met de Joodse gemeenschap in Hilversum in het pand Noordereinde 17 een huis-synagoge begonnen met een Joods schooltje. Het schooltje was gehuisvest aan de voorzijde van het pand; de synagoge was gevestigd in het achterhuis. Toen Hijman Izak de Leeuw in 1899 overleed, werd de synagoge gesloten omdat de meeste Joodse families waren verhuisd.
Details in de noordgevel verwijzen naar de tijd dat er een synagoge in het pand gevestigd was. Een beperkte periode heeft het pand dienst gedaan als synagoge. De Joodse gemeenschap die in de dorpen ’s-Graveland en Kortenhoef woonde, bestond toen uit ongeveer 20 tot 25 personen. Eind 19e eeuw ging de Joodse gemeenschap door natuurlijk verloop ter ziele.
Slagerij
Na de nodige verbouwingen werd het pand Noordereinde 17 uiteindelijk een slagerij met winkel met ernaast de slachterij. Eind 19e eeuw werd het karakteristieke houten snijwerk aangebracht met de kenmerkende ossekop. Tot de jaren tachtig van de vorige eeuw was de slagerij en slachterij in het pand gevestigd
Bron: Fecken, W.J. (1995). De Joodse gemeenschap in 's-Graveland en Kortenhoef 1730-1945.
Eigenaren sinds 1851
nieuwe eigenaren moeten nog toegevoegd worden.
nieuwe eigenaren moeten nog toegevoegd worden.