Het Kaatshuis
Adres : Noordereinde 34 , 1243 JG ’s-Graveland
Rijksmonument : 17360
Functie : Woonhuis
Bouwjaar : 1846 en 1874
Geschiedenis
Bij de verkaveling van ’s-Graveland in 1634 viel de kavel 11, Noord Wolfsbergen, toe aan Reinier Pauw, burgemeester van Amsterdam. In de eeuwen daarna hebben verschillende families de hofsteden die hier stonden bewoond, vaak samen met het hiernaast gelegen Zuid Wolfsbergen.
In 1813 ging het bezit over naar Dirk Hoogbruin, de vroegere maitre d’hotel van Schaep en Burgh, die een pension en kostschool stichtte, maar zich naar men zei ook met smokkel bezig hield.
Na de Franse tijd
Na de Franse tijd maakten vele regenten plaats voor ander soort lieden. In 1845 werd de boedel van Hoogbruin geveild. Het oostelijk deel kwam in handen van Jhr Hendrik Six en op het westelijkgedeelte was het huis Villa Nova gebouwd.
De huidige naam Westerveld kreeg het van de familie Blaauw, die er toen ging wonen en die ook het buiten bij Santpoort met dezelfde naam bezat. Quirijn Blaauw bouwde ook het koetshuis in 1846 en later de paardenstal en tuinmanswoning in 1874. Zijn zoon, Frans Ernst Blaauw, nam het bezit over. Hij huwde Jvr. Louise Digna Six en zij woonden er tot 1895, toen zij met hun bijzondere dierenverzameling naar Gooilust verhuisden. Hun verhuizing in een grote optocht van de bewoners, dieren en vogels in kooien is fraai vastgelegd in een tekening die zich in het gemeentehuis bevindt,
Nog vele fraaie exotische bomen herinneren ook hier aan het werk van Blaauw. Verscheidene eigenaren wisselden elkaar af en in 1926 werd het gekocht door het echtpaat Vermey – Dinger. Mevrouw Dinger stichtte ook het bejaardenhuis Brughelen op het terrein, op de plek, waar nu het appartementen complex De Oranjerie staat.
Hun dochter Hilda besloot na een lange tijd als ambassadeursvrouw het koetshuis tot woning te verbouwen. Toen haar man overleed koos zij echter Den Haag als woonplaats en verkocht het huis aan de familie Dekker die er sinds 1982 woont.
De naam 'Kaatshuis' komt door een verschrijving in het monumentenregister; het had eigenlijk 'koetshuis' moeten zijn.
Rijksmonument : 17360
Functie : Woonhuis
Bouwjaar : 1846 en 1874
Geschiedenis
Bij de verkaveling van ’s-Graveland in 1634 viel de kavel 11, Noord Wolfsbergen, toe aan Reinier Pauw, burgemeester van Amsterdam. In de eeuwen daarna hebben verschillende families de hofsteden die hier stonden bewoond, vaak samen met het hiernaast gelegen Zuid Wolfsbergen.
In 1813 ging het bezit over naar Dirk Hoogbruin, de vroegere maitre d’hotel van Schaep en Burgh, die een pension en kostschool stichtte, maar zich naar men zei ook met smokkel bezig hield.
Na de Franse tijd
Na de Franse tijd maakten vele regenten plaats voor ander soort lieden. In 1845 werd de boedel van Hoogbruin geveild. Het oostelijk deel kwam in handen van Jhr Hendrik Six en op het westelijkgedeelte was het huis Villa Nova gebouwd.
De huidige naam Westerveld kreeg het van de familie Blaauw, die er toen ging wonen en die ook het buiten bij Santpoort met dezelfde naam bezat. Quirijn Blaauw bouwde ook het koetshuis in 1846 en later de paardenstal en tuinmanswoning in 1874. Zijn zoon, Frans Ernst Blaauw, nam het bezit over. Hij huwde Jvr. Louise Digna Six en zij woonden er tot 1895, toen zij met hun bijzondere dierenverzameling naar Gooilust verhuisden. Hun verhuizing in een grote optocht van de bewoners, dieren en vogels in kooien is fraai vastgelegd in een tekening die zich in het gemeentehuis bevindt,
Nog vele fraaie exotische bomen herinneren ook hier aan het werk van Blaauw. Verscheidene eigenaren wisselden elkaar af en in 1926 werd het gekocht door het echtpaat Vermey – Dinger. Mevrouw Dinger stichtte ook het bejaardenhuis Brughelen op het terrein, op de plek, waar nu het appartementen complex De Oranjerie staat.
Hun dochter Hilda besloot na een lange tijd als ambassadeursvrouw het koetshuis tot woning te verbouwen. Toen haar man overleed koos zij echter Den Haag als woonplaats en verkocht het huis aan de familie Dekker die er sinds 1982 woont.
De naam 'Kaatshuis' komt door een verschrijving in het monumentenregister; het had eigenlijk 'koetshuis' moeten zijn.
Architectonisch
Het kaatshuis bestaat uit twee ongelijke rechthoekige gebouwen met een uitbouw aan de oostzijde. De voor- en achtergevel worden gevormd door elk twee klokgevels met grote openslaande wagendeuren en spitsboog vensters. Het gebouw is wit gepleisterd met twee parallelle rieten zadeldaken. De uitbouw is gedekt met Hollandse pannen. In de gevels bevinden zich gevelstenen van de eerste steenleggingen.
Cultuurhistorisch
Het voormalig koetshuis annex koetsierswoning is architectuurhistorisch van betekenis zowel vanwege hoofdvorm en detaillering als overwegend gaaf en kenmerkend voorbeeld van een dergelijk type gebouw met neo-classicistische kenmerken..
Sociaal -historisch is het pand van waarde als voormalig koetshuis met koetsierswoning behorend bij Villa Nova uit 1837. Het vormt een kenmerkend en zeldzaam geworden element uit de geschiedenis
Bron: Bewoners Kaatshuis
Het kaatshuis bestaat uit twee ongelijke rechthoekige gebouwen met een uitbouw aan de oostzijde. De voor- en achtergevel worden gevormd door elk twee klokgevels met grote openslaande wagendeuren en spitsboog vensters. Het gebouw is wit gepleisterd met twee parallelle rieten zadeldaken. De uitbouw is gedekt met Hollandse pannen. In de gevels bevinden zich gevelstenen van de eerste steenleggingen.
Cultuurhistorisch
Het voormalig koetshuis annex koetsierswoning is architectuurhistorisch van betekenis zowel vanwege hoofdvorm en detaillering als overwegend gaaf en kenmerkend voorbeeld van een dergelijk type gebouw met neo-classicistische kenmerken..
Sociaal -historisch is het pand van waarde als voormalig koetshuis met koetsierswoning behorend bij Villa Nova uit 1837. Het vormt een kenmerkend en zeldzaam geworden element uit de geschiedenis
Bron: Bewoners Kaatshuis