Beschrijving
Het Complex historische buitenplaats GOOILUST bestaat uit een hoofdhuis, een historisch park met tuinaanleg waarin de volgende onderdelen een brug met een smeedijzeren toegangshek, een ensemble moestuinbebouwing (schuur, tuinmuur
, oranjerie en koude bak), een prieel en een ensemble dierverblijven (stallen),een boswachterswoning , een portierswoning en een boerderij genaamd bouwzicht.
Het Complex historische buitenplaats GOOILUST bestaat uit een hoofdhuis, een historisch park met tuinaanleg waarin de volgende onderdelen een brug met een smeedijzeren toegangshek, een ensemble moestuinbebouwing (schuur, tuinmuur
, oranjerie en koude bak), een prieel en een ensemble dierverblijven (stallen),een boswachterswoning , een portierswoning en een boerderij genaamd bouwzicht.
Historie
Gooilust ligt op de meest zuidelijke kavels 21, 22, 23 (Kaart 1636 C. Danckersen de Rij). In oorsprong was dit grondgebied overigens niet in één hand. Kavel 21 werd uitsluitend agrarisch geëxploiteerd, op kavel 22 stond de hofstede Rondombedrogen, en op 23 stond de hofstede Bousigt.
Na in het bezit te zijn geweest van steeds wisselende eigenaren kwamen de kavels 21 en 22 in 1778 eigendom van de familie Corver Hooft; een eigendom dat bijna 120 jaar zal voortbestaan. De naam Rondombedrogen was overigens daarvoor door de toenmalige eigenaar Daniel Deutz al in Gooilust gewijzigd.
De eerste eigenaar Mr. Gerrit Corver Hooft bouwde tussen 1778 en 1786 het huidige huis in late Lodewijk XVI-stijl en liet er een geometrische tuin aanleggen. Dit huis ligt op een andere plaats dan het oude Gooilust (Rondombedrogen), dat waarschijnlijk kort na de bouw van het nieuwe huis werd afgebroken. In 1786 verwierf Corver ook Bousigt en de omringende gronden, waardoor een zekere onevenwichtigheid in de geometrische compositie ontstond.
Achter op de kavels 22 en 23 werd vervolgens een aanleg met slingerpaden gerealiseerd. Het goed werd later uitgebreid met de aankoop, van het oorspronkelijk veel grotere Corversbos. De oorspronkelijke beplanting van dit bos met zware eiken en beuken is in de tweede wereldoorlog grotendeels gekapt. In de jaren twintig van de 19de-eeuw werd Jan Davis Zocher jr. gevraagd het park te moderniseren in landschappelijke stijl. Dit geschiedde met behoud van oudere formele onderdelen zoals enkele lanen en het sterrenbos.
De laatste telg van het geslacht Corver, Freule Marguerite Corver Hooft, stierf in 1895 en liet het goed na aan een verre nicht Digna Catharina Six. Zij was getrouwd met Frans Blaauw en woonde toen nog op Westerveld. Nog datzelfde jaar verhuisde het echtpaar naar Gooilust, dat zij lieten restaureren, verbouwen en moderniseren. Waaruit deze werkzaamheden precies hebben bestaan, is echter niet duidelijk.
Blaauw, die al eerder begonnen was met het verzamelen en fokken van exotische dieren, zette deze activiteit op Gooilust voort en zo ontstond hier een wereldvermaarde menagerie. Behalve exotische dieren bracht hij ook veel exotische gewassen naar Gooilust dat uitgroeide tot een waar arboretum. Al hoewel dit in de loop van de tijd verarmd is, is hiervan meer terug te vinden dan van de diergaarde.
Ook liet Blaauw andere werken uitvoeren zoals "het Nieuwe Werk" en "de Vallei", een sterk geaccidenteerd landschap in het zuidoosten van de aanleg.
De hofstede Bousigt werd op het eind van de 19de eeuw afgebroken en op de fundamenten verrees een nieuwe boerderij (Bouwzicht). Blaauw breidde in 1904 het landgoed uit met de aankoop van Trompenburg dat hij overigens later aan de Nederlandsche Staat schonk. Mevrouw Blaauw-Six liet bij haar overlijden in 1934 het bezit na aan Natuurmonumenten op voorwaarde dat de Vereniging tevens het huis van haar broer zou kopen. Na het overlijden van Frans Blaauw in 1936 verdwenen de exotische dieren. Tot 1939 bleef het interieur van het huis in tact. In dat jaar werd de inboedel geveild.
In 1942 werden in het huis de collecties van het Museum voor Land- en Volkenkunde en van het Maritiem museum Prins Hendrik ondergebracht. Uit een onderzoek in 1953 blijkt dat zeer veel van de exotische gewassen zijn verloren. Ook anderszins heeft het park te lijden gehad. Aan de andere kant zijn er vanaf 1941 ook tal van nieuwe aanplanten gedaan. Na de oorlog is het huis aan zowel particulieren als bedrijven en instellingen verhuurd geweest.
Eigenaren
Het huidige landgoed Gooilust bestaat sinds 1786 uit de kavels 21, 22 en 23, na aankoop van de kavels 21 en 23 door Gerrit Corver Hooft, destijds eigenaar van kavel 22.
Het oorspronkelijke Gooilust was gesitueerd op kavel 22.
Hieronder een overzicht van de eigenaren per kavel
Kavel 21
Kavel 21 was toebedeeld aan Andries Bicker, die ook eigenaar was van kavel 20 en 8 t/m 10 (nu 's-Gravelandse polder en landgoed Spanderswoud). Op kavel 20 is later Trompenburgh gebouwd. Tot 1771 was kavel 21 onderdeel van Trompenburgh. Toen aangekocht door Gerrit Corver Hooft.
Kavel 22
Hooft verkocht zijn deel aan Godert van Reede.
Tussen 1634 en 1643 verkocht hij het mogelijk aan Jacob Bicker (1588 - 1647), broer van Andries Bicker. Ongeveer 1/4 deel in het oosten van de kavel werd eigendom van Andries Hellerius (eigenaar kavel 23).
In 1676 is Cornelis Graafland (1649-1720) eigenaar.
Tussen 1698 en 1706 is dat Hendrik van Baerle. Het oostelijk 14 deel koopt hij in 1704 van Jan Hagen, die ook eigenaar was van kavel 23.
1706 verkoop aan Mattheus de Vicq in 1706. Hij overleed in 1707
1707 weduwe Wilhelmina Backer hertrouwt in 1711 met Gerardus van Midlum, dominee in 's-Graveland
1726 verkoop aan Jacob van Strijen Quirijnsz. (1706-1743)
1741 verkoop van de kavel met de hofstede Rondombedrogen aan Coenraad Willem Lintelo
1752 verkoop aan Daniel Deutz (1714 - 1775). Hij verandert de naam van de hofstede in "Gooilust.
1762 verkoop aan Gijsbert Antwerpen Verbrugge van Freyhoff (1717 - 1777). In 1772 krijgt hij 120 morgen an de Gooise heide in erfpacht.
1777 verkoop aan Gerrit Corver Hooft door de weduwe Maria Hooft. Hij laat een landhuis bouwen op de grens van kavel 21 en 22, tussen 1778 en 1786
Kavel 23
Godert van Reede kocht het aandeel van Hooft.
Tussen 1634 en 1643 verkocht hij het aan Willem Veenman. Deze verkoopt de grond in 1646 aan Andries Hellerius (apotheker in Amsterdam. Zijn weduwe Wilhelmina Elisabeth Hellerius verkocht haar bezit aan Abraham Dorssen in 1699.
1701 Aletta van Hagen -Dorssen erft de kavel. Zij verkoopt in 1704 het oostelijke deel van kavel 22 aan Hendrik van Baerle, eigenaar van het westelijke 3/4 deel. Ze huwt met Johan Hage op 3 maart 1697 in Loenen Jan Hagen koopt in 1709 het achter kavel 23 gelegen Trompenveld van Jaco van Dorssen. 1746 Neeltje Hagen 1754 Verkoop aan Hendrik Momma. Sindsdien heeft het landgoed de naam Bousigt.
1760 verkoop westelijke deel met huis en blekerijen verkocht aan Harmanus Rijmering en erf in erfpacht.
1762 verkoop aan Matthijs Straalman. 1771 verkoop aan Dirk van der Meulen. In 1772 overname van deel erfpacht Gooise heide van zijn buurman weduwe Cornelia van der Meulen - Wetsein . 1786 Aankoop door Gerrit Corver Hooft
Eigenaren Gooilust (kavels 21, 22 en 23)
1786 Gerrit Corver Hooft.
1807 Margaretha Straalman
1816 mr Jan Corver Hooft, gehuwd met Ursulina Philippina barones van Tuyll van Serooskerken
1855 Reinoud Corver Hooft
1889 Margaretha Cornelia Johanna Hernrietta Corver Hooft (1817-1895)
1895 Louise Digna Catharina Six . In 1895 verhuist zij samen met haar echtgenoot van Westerveld naar Gooilust
1934 Vereniging Natuurmonumenten. Frans Blauw mocht tot zijn dood (1936) op Gooilust blijven wonen.
Bronnen:
www.momumenten.nl
“’s Graveland en zijn buitenplaatsen” , U.M. Mehrtens, Rijksdienst voor monumentenzorg , 1985
“Het bos van Blaauw”, Ton Coops
“De Amsterdamse buitenplaatsen” Rene W.CHR. Dessing
Gnoestallen
Orangerie en prieel